17 OKTOBER

steen17oktOp 22 december 1992 riep de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, 17 oktober uit tot Internationale dag voor de uitroeiing van armoede (VN resolutie). Staten en verenigingen werden hiermee opgeroepen armoede op de agenda te zetten en praktische stappen te ondernemen om armoede daadwerkelijk te bestrijden. Deze datum verwijst naar de samenkomst op het Mensenrechtenplein te Parijs op 17 oktober 1987, toen daar de Gedenksteen werd onthuld ter ere van alle slachtoffers van honger, uitsluiting en geweld. Wereldwijd komen op deze dag mensen samen om eraan te herinneren dat armoede een schending van de mensenrechten is.

ENKELE GETUIGENISSEN

17 oktober heeft een grote betekenis voor mij. Voor velen onder ons is dit een dag van herdenking. Dit moet ieder jaar gebeuren, anders vergeten de mensen veel te vlug de mensen die reeds gestorven zijn in armoede. De strijd tegen armoede is zeker nog niet gedaan, en we moeten ons daar bewust van zijn en anderen ook bewust van maken.

Er zijn reeds dingen die voor mensen in armoede verbeterd zijn, maar de moderne maatschappij brengt nieuwe zaken met zich mee, waarvoor gevochten moet worden.
Een voorbeeld : Veel wordt met de computer geregeld de dag van vandaag, maar wij mensen in armoede, hebben niet altijd een computer, of kunnen die nieuwe methode van werken nog niet genoeg onder de knie krijgen.
Mensen niet in armoede beseffen niet dat zo’n zaken nog meer uitsluiting brengt.

17 oktober is ook belangrijk om onder de aandacht te brengen voor mensen die nu pas in armoede terecht komen, of die nog niet veel van verenigingen waar armen het woord nemen gehoord hebben.
Op die manier kunnen ze zicht krijgen op wat bestaat en wat hen kan versterken.

Eenmaal je in armoede geleefd hebt, vergeet je dit nooit, daarom is een dag zoals vandaag zo belangrijk. Het herinnert me aan de tijd van Daens, de strijd tegen armoede duurt al zo lang en nog altijd moeten mensen opkomen voor hun rechten.

Voor mensen die niet in armoede leven, is het goed dat ze er ook bij zijn vandaag, dat ze mee helpen strijden met ons.  Want alleen kunnen we dat niet aan, we hebben anderen nodig.   Zo weten zij ook dat armoede geen ver van mijn bed show is, maar dat het bij wijze van spreken in je voor- of achtertuin schuilt.


Mensen met een laag inkomen hebben de middelen niet om een degelijke woning te huren waar eigenlijk iedereen recht op heeft. Ze moeten een groot deel van hun inkomsten besteden aan de huishuur.  Daardoor moeten zij zich veel ontzeggen op gebied van voeding, kleding, gezondheidszorg.  Ook de kinderen die veel nodig hebben, onder andere om zich te kunnen ontwikkelen, moeten veel missen. Doordat zij vrienden kennen die het veel beter hebben, voelen zij zich achteruit gestoken. Daardoor sluiten zij zich nog meer af en komen ze zo in een vicieuze cirkel terecht. Door plaatsgebrek in huis hebben de kinderen geen werkhoekje om hun huiswerk te maken.  Ze storen mekaar.  De kinderen schamen zich dat ze hier wonen. Ze kunnen geen vriendjes uitnodigen om hen te laten zien waar ze wonen. Als je comfort hebt, is er meer rust. Het gezinsleven verloopt dan wat gemakkelijker. Als je huis klein is, kan je niet rustig praten, de kinderen horen alles. De ouders willen nochtans dat de kinderen het beter zouden hebben dan zijzelf. Als alle mensen met een laag inkomen in een sociale woning terecht zouden kunnen, zouden ze wat meer overhouden van hun inkomen om het te besteden voor hun kinderen.


Waardig wonen, een thema die op mijn lijf geschreven staat. Er zijn drie sleutelmomenten in mijn leven waarin ‘wonen’ voor mij niet vanzelfsprekend was.

Toen bij ons thuis in 1973 brand ontstond, heeft dat op ons gezin een blijvend litteken achtergelaten. De eerste dagen na de brand hebben de mensen rond ons voor een oplossing kunnen zoeken.  Je kent dat, bij vrienden en kennissen en vreemden, maar op de duur is dat ook niet leefbaar. Uiteindelijk kregen we een appartement toegezegd van de stad.

In die tijd hebben wij in enorme armoede geleefd. We hebben uiteindelijk meer hulp van vreemden gekregen dan dat we het van de nodige instanties kregen. Op school werd ik erdoor gepest, omdat wij de middelen niet hadden om ons goed te kleden en we van dag tot dag leefden. Ondanks dit alles heeft mijn vader heel hard gewerkt om zijn gezin terug een thuis te geven, maar dit is maar gedeeltelijk gelukt.

Een tweede moment was toen ik wegging van mijn man…Ik belandde in het ziekenhuis, ik kon niet meer terug en naar waar moest ik in godsnaam naar toe? Ik belandde op een studio te Bredene, die eigenlijk als vakantiewoning  werd verhuurd dus geen contract. Na een tijd moest ik daar ook buiten, van dag op dag, stond ik opeens op straat! Terug waren het mensen die ik niet kende die mij na 3dagen op straat   onderdak hebben gegeven! Geen organisaties die mij steunden of hielpen zoeken naar een woonst of oplossing!

Ik heb dus gezocht, maar je moet een inkomen van ongeveer 1350€/maand kunnen voorleggen aan huisbazen.  En wat krijg je ervoor terug ?  Een heel kleine woonst.  In één ruimte moet je eten, slapen, wassen,leven… Ik ben iemand die ademruimte nodig heb.

Bij andere huisbazen geraak ik dan niet binnen, omwille van mijn hondje. Zonder mijn hondje ga ik nergens…

Na een lange zoektocht van twee jaar woon ik  nu alleen. Het is een kleine ruimte met hoge energiekosten. Wegens gezondheidsredenen ben ik genoodzaakt van veel binnen te blijven.  Het valt me zwaar!

Wonen, … Voor vele mensen iets vanzelfsprekends…
Een thuis, een dak boven mijn hoofd, iets waar wij niet altijd zeker van zijn…


Elk jaar houd ik mijn hart vast als mijn dochter met de inschrijvingspapieren afkomt om in de zomer mee op reis te gaan met de club. Het is telkens een buitenlandse reis en het kost al gauw 400€. Daar komt sportkans niet in tussen en ik moet mij in vele bochten wringen en mezelf veel ontzeggen om mijn dochter te laten meegaan. Maar daarmee is de kous niet af!  Eenmaal de reis betaald, is er natuurlijk nog het zakgeld dat je ook wel moet meegeven en andere extra’s, zoals nieuwe kledij, aangepast schoeisel, badkledij en veel meer. Eigenlijk zou sportkans daar rekening moeten mee houden. Want eenmaal je dan wel aanvaard wordt, is het moeilijk om niet mee te gaan op reis. Toen mijn dochter kleiner was en de situatie nog niet helemaal doorhad, vroeg ze me : Mama waarom ga jij ook niet mee op reis ?  Zoals de andere mama’s ? Ik kon om gezondheidsredenen niet mee gaan, dat op zich was al heel erg, maar ik kon het me ook niet veroorloven om ook nog dat bedrag aan de kant te zetten. Ik voel dit aan als uitsluiting.  Het is zo erg om niet te kunnen doen, zoals andere gezinnen dit blijkbaar wel kunnen.

Het is belangrijk voor monitoren om die jongeren/kinderen goed op te volgen, want ze hebben het vaak niet gemakkelijk. Door de thuissituatie, wat dat ook is, is het vaak moeilijk om voor hen op tijd te komen, elke week te komen, in orde te zijn. Als je dit als monitor dan niet door hebt waarom dit komt, richt je veel schade aan zonder het te beseffen.